Nanny in de bergen van Asturië

Gepubliceerd op 22 juni 2021 om 20:34

Een kleine woonkamer met een jengelende baby, discussiërende ouders en een kind dat kwaad naar boven stormt. Even kijken we elkaar aan, terwijl ik een hap neem van de wederom culinaire Spaanse maaltijd. Onze nieuwe workaway middenin de dunbevolkte bergen van Asturië brengt ons ook middenin de perikelen van een bijzonder gezinsleven.

Even goed voelen

Na anderhalve week te hebben gekampeerd – naast een stiekeme airbnb in Pamplona en een rustig hostelnachtje voor mij in Zarautz – gaan we op weg naar onze tweede workaway. Een gezin met drie jongens van 2, 9 en 11 in een afgelegen gebied in Asturië.

Helaas zijn wij niet de meest doorgewinterde langeafstand-chauffeurs, dus knippen we de vier uur lange autorit in twee. Dat geeft ons ook de mogelijkheid om voor het eerst wild te kamperen. Over het algemeen mag dat niet in Spanje, maar van verschillende avonturiers vernemen we dat je de gok best kan wagen als je je tent in de late avonduren opzet en ’s ochtends weer afbouwt.

Dus kiezen we via de app I-Overlander een aanbevolen locatie aan de kust. Via smalle kronkelweggetjes die de autosensor op hol laten slaan bereiken we de plek. Het is prachtig. We staan op hoge kliffen die links en rechts de zee in steken en waar de golven krachtig tegenaan beuken. De heuvels zijn bekleed met gras maar ook met scherpe, grijze rotsen, die de diepte in gaan en gaten creëren waaruit de zee als een geiser omhoog spuit. Ondertussen laat de zon de azuurblauwe zee tot aan de horizon schitteren. Het lijkt een filmset – en dat is het ook, want niet ver hiervandaan zijn scenes van Game of Thrones opgenomen. Ik gooi de autodeuren open, trek mijn schoenen uit en ren de velden op.

Je kunt dan wel op reis zijn zonder doel of verplichtingen, maar een gevoel van échte vrijheid dwing je niet altijd af met externe omstandigheden. Het moet van binnenuit komen. Hoe, dat verschilt per persoon. Voor mij is dit de eerste keer in lange tijd dat ik me zo absoluut vrij en zorgeloos voel. Als een kind zo blij. Het is een magische plek.

Ik ga aan de rand van een klif zitten in kleermakerszit, en sluit mijn ogen. Meteen voel ik de rust op me neerdalen. 

Vroeger vond ik het vreselijk om te mediteren. Ik werd onrustig, kon niet stilzitten en vond het zonde van mijn tijd. Nu voelt het alsof ik in een sauna stap. Die ik vroeger trouwens óók liever vermeed. Maar goed, met de jaren komt dus ook de waardering van bewust relaxen. Het lichaam aandacht geven. En mediteren gaat voor mij niet zozeer om het loslaten van gedachten, maar eerder om het voelen. Gewoon even goed voelen, en het gevoelde er laten zijn. Alsof een geliefde je een knuffel geeft. Maar dan doe je het zelf.

Die avond slapen we, nadat ik vier vastgebeten teken van mijn been heb verwijderd, onder een heldere sterrenhemel met in de achtergrond het geruis van de golven. Verderop slapen twee Duitse reizigers in een zelfgecreëerd kampeerbusje, met wie we avondeten delen en een biertje drinken. We praten over ouder-kindrelaties, het taboe van landsvlaggen en het hebben van een open levensstijl.

De volgende ochtend vertrekken we landinwaarts.

Tour de la casa

We ontmoeten de vader en twee oudste zoons van het gezin op een parkeerplaats van een klein stadje. Ik ben opgelucht te horen dat hij Brits is en de kinderen zowel Engels als Spaans kunnen – dat maakt het communiceren toch wat makkelijker. Na een korte kennismaking stappen we in de auto en volgen het drietal, dwars door de bergen over smalle en hobbelige weggetjes. Twintig minuten later stoppen we. We kunnen óf de auto hier achterlaten, of hen tot het huis volgen. Het laatste stuk is namelijk behoorlijk steil. Zonder vierwieldrijfkracht lopen we het risico om halverwege de helling niet meer vooruit te komen, waardoor we achteruit terug moeten rijden. Inclusief scherpe haarspeldbochten en het diepe ravijn. Maar Jasper is zelfverzekerd, en met wat aanmoediging van mij bereiken we inderdaad zonder kleerscheuren het huis.

En wát een huis. Niet modern, niet opgeruimd. Maar wel zelf gebouwd op de fundamenten van twee eeuwenoude huizen, waar de koeien in de kelder stonden om de ruimtes te verwarmen en de stenen rechtstreeks van de rotsige berg komen.

Het gezin verblijft al jaren in het achterste huis. Beneden is een knusse woonkamer met houten plafondbalken, een rode tegelvloer met een versleten tapijt, dikke stenen wanden en een oude ijzeren kachel. Aan de muur hangen pannen, mokken, een gitaar en een mand met verse eieren. Een dikke houten ladder, afgesloten door een luik, leidt naar boven. Daar is een kleine badkamer en een slaapkamer met bureau, waar een tweepersoonsbed en een stapelbed dicht tegen elkaar aan staan. Het hele gezin slaapt hier.

Via het voorste huis, dat nog in het proces van renoveren zit maar hopelijk ooit helemaal bewoonbaar wordt, bereik je de bovenste verdieping. Die is extra gebouwd en dient als speel- en muziekruimte. Er staat een drumstel, djembé, basgitaar, elektrische gitaar, panfluit, nog meer obscure instrumenten en een paar enorme speakers. Op de grond ligt her en der speelgoed verspreid.

Het complex gaat gepaard met veel buitenruimte. Veel groen, vooral. Fruitbomen, planten, gewassen, grasveldjes, hellingen voor de schapen. Een grote kippenren, met ook een paar hanen en kalkoenen. Door een gat in het gaas lopen ze vrij rond, net als een koppel regelmatig langs waggelende eenden, de grote oude hond Paco, een stuk of zes zowel wilde als gedomesticeerde katten en, alweer, een nestje jonge kittens.

We moeten een stukje omhoog lopen, over een heuvel achter het huis, om bij onze slaapplek te komen. Daar staat een caravan die in geen maanden meer geopend is en dus aan een behoorlijke ontstoffing toe is. Er is ook een klein grasveldje waar we eventueel onze tent neer kunnen zetten, en een diepe, rechthoekig gegraven kuil die ooit een zwembad zou kunnen worden. Op de helling boven ons grazen de schapen en pasgeboren lammetjes, die ons mekkerend verwelkomen.

Vanaf deze plek hebben we een, je verwacht het niet, prachtig uitzicht over de vallei. Met hoge rotsige bergen links en glooiende bossige bergen rechts. Prima slaapplek voor de komende week. 

Oppas-skills

Maar er moet ook gewerkt worden. We vragen waar we mee kunnen helpen, en er blijkt zoveel te doen dat ze zelf de draad een beetje kwijt zijn. Hun leven is nogal druk. Elke dag is een werkdag. Dat werk omvat onder andere het runnen van hun eigen bar-restaurant in een afgelegen bergdorp, de kinderen verzorgen en het verder bouwen van hun huis. We merken de lichte chaos die als een deken over het gezin hangt. De kleinste vraagt veel aandacht, terwijl de twee oudere jongens elke dag naar school moeten in twee verschillende stadjes minstens een halfuur verderop. Wat mede door de lange, steile weg naar beneden – en weer terug naar boven – behoorlijk tijdrovend is.

De eerste, warme dag helpen we met wat klusjes. Compost legen in de kakruimte van de kippen, de was ophangen, caravan schoonmaken en het gras maaien. En, iets wat ik in misschien al geen tien jaar heb gedaan, oppassen op een kind van twee. Een jochie dat constant om zijn moeder vraagt en om de haverklap in een huilen uitbarst.

Gelukkig ben ik zelf nog redelijk verbonden met mijn kind-zijn, en weet ik dat het eigenlijk heel simpel is. Kinderen willen zich verwonderen. Dus kijk ik om me heen, naar de tientallen verschillende planten en struiken, pluk hier en daar een blaadje of bloemetje, hou het voor zijn gezicht en zeg: ‘Ooooh.’ In een mum van tijd zijn de tranen gedroogd, de ogen groot en rent hij enthousiast op zijn blote voetjes kriskras door de tuin om onze verzameling natuurschoon aan te vullen.

De volgende dag ben ik weer uren met hem alleen. We dansen in de regen op het modderige gras, ik zet een Disney-karaoke op, wat overigens voor mij ook geen straf is, en vertel verhalen over de diertjes in zijn voorleesboek. Zodra zijn kleine bewustzijn beseft dat zijn moeder niet aanwezig is, en er een licht gekrijs van start gaat, verzin ik een nieuwe afleiding. Op die manier is oppassen eigenlijk best een goede training om in gewone dingen iets bijzonders te zien.

Een andere dag halen Jasper en ik de oudste jongens op van school en gaan met ze lunchen in een stadje in de buurt. Dat voelt voor ons eigenlijk ook als een feestje, zeker wanneer we als ‘toetje’ dozen vol ijs en donuts van de supermarkt halen en die in de auto opeten. Laten we het de ouders maar niet vertellen.

Op de terugweg zetten we onze huurauto onder aan de berg, want met deze mist en regen durven we de helling toch niet aan. Vader en moeder, die met de jongste naar de tandarts zijn geweest, wachten ons daar op. En voor we het weten zitten we met z’n zevenen in de kleine maar hopelijk sterke auto gepropt en rijden in de stromende regen omhoog, op een weg met een hellingsgraad van 35%. Ik ben niet snel bang, maar tijdens deze klim vol horten en stoten focus ik me toch liever op het slapende kind dan de slippende banden.

Helpers met een rond buikje

Door de regen hebben we deze workaway helaas niet veel werk buiten kunnen verrichten. Gelukkig schijnt de laatste dag de zon weer, en ga ik gewapend met een handgemaakte zeis en slijpsteen de schapenhelling op. Daar snij ik varens en andere doornige planten weg, terwijl ik probeer niet uit te glijden over de schapenpoep. Daar hoog op de berg, met mijn vissershoed en laarzen, voel ik me net een middeleeuwse boer. En met het geluid van het slijpen van het mes ook een beetje als Magere Hein.

Hoewel ik dus weinig fysiek werk heb verricht, kon ik wel mijn oppas-skills opkrikken. En veel tijd met de familie doorbrengen. Zo zaten we regelmatig met z’n allen in de knusse woonkamer, waar we goede gesprekken voerden of met de kinderen speelden. We juichten bij een EK-wedstrijd van Nederland, met de rood-wit-blauwe vlag op ons voorhoofd geschminkt. De Chileens-Asturiaanse moeder kookte ’s middags en ’s avonds uitgebreid en behoorlijk culinair. En wij, als workawayers, moesten dan ook absoluut eten tot ons buikje rond was. De ‘helpers’, zoals de jongens het verwoordden, verdienen de beste behandeling.

Niet gek dus dat ik me bij dit open, warme gezin meteen welkom voelde. Weer een plek om naar terug te keren.

 

Nu gaan we door naar onze volgende workaway. Daarna brengen we begin juli onze huurauto terug naar Girona, en voegen een aantal vrienden zich voor een tijdje bij onze reis. Misschien neem ik dan een kleine blogpauze, misschien ook niet. Hoe het ook zij…

 

Hasta la proxima vez!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.