Terwijl doornen mijn arm krassen, de zon in mijn nek prikt en een kramp opkomt in mijn onderrug, vraag ik me af waarom ik in hemelsnaam zoveel moeite doe voor een emmer vol johannesbrood. Een soortgelijke vraag stelde ik een jaar geleden ook, maar dan over 8 uur per dag achter de computer zitten. Ben ik nu, in de heuvels van Portugal, niet beter af?
Nadat ik ruim een jaar geleden stopte bij mijn vaste baan als communicatieadviseur, begon ik weer als zelfstandig tekstschrijver, evenementenorganisator en portrettekenaar. En ik ging reizen, paste op huizen en deed een aantal workaways in Spanje en Nederland; vier à vijf uur per dag werken in ruil voor voedsel, onderdak en gezelligheid.
Dat laatste doe ik nu sinds twee weken weer, maar dan in Portugal. Ik zit achter een bureautje in een caravan op een landgoed van 2 hectare, met links velden vol olijf-, vijgen- en johannesbroodbomen en rechts een grote moestuin. Het is hier groen, de zon schijnt elke dag met een temperatuur van rond de 18 graden en er is een prachtig uitzicht over de vallei. Als ik de heuvel opklim zie ik de hele Algarve en de zee.
Het werk is divers en in de buitenlucht; van bomen snoeien en de moestuin verzorgen tot houthakken en trailers schuren. ‘s Ochtends begin ik met een kopje koffie in de opkomende zon en na het werk ga ik naar de knusse caravan om te relaxen. De koelkast is altijd gevuld, er is Wifi en ik heb al een paar weken nauwelijks geld uitgegeven. Klinkt lekker, toch?
Iets klopt niet
Toch begint er na een week iets te knagen. Wil ik echt mijn tijd besteden aan het verzamelen van een peulvrucht die nauwelijks geld oplevert? Of zware emmers water sjouwen om de moestuin te bewateren, alleen voor een paar salades? En waarom steek ik uren tijd in het glad schuren van een trailer in de felle zon, als dat vooral spierpijn en een lamme pols oplevert?
Ik negeer deze gevoelens eerst zoveel mogelijk, en probeer te focussen op alles wat ik ervoor terugkrijg. Werk is nu eenmaal een ruilmiddel. Daarnaast geeft het ook best voldoening om het resultaat van de geverfde trailer te zien, of te voelen hoe mijn lichaam sterk wordt van al dat fysieke uitsloven.
Een tijdje leid ik mezelf af met die sussende gedachten, omdat het comfortabeler is dan de onrust voelen. Dat kennen we allemaal wel. Maar ik ondertussen weet ik dat het gevoel zal blijven sluimeren. Dus besluit ik om het maar gewoon te voelen, en begin aan de nodige zelfanalyse. Wat maakt dat ik geen zin meer heb in het werk?
Zinvol werk
Mijn relatie met werk is altijd een beetje onwennig geweest. Waar mijn zus al van jongs af aan geestdriftig allerlei bijbaantjes verslond, werkte ik liever zo weinig mogelijk naast mijn drukke school- en studietijd. Wel organiseerde ik school- en sportgala’s, leidde de studievereniging en besteedde uren en uren aan schrijven en tekenen. Maar dat vulde mijn spaarpot (toen nog) niet.
Toch probeerde ik ook gewone baantjes. Sommige waren niet echt leuk, zoals een middagje krantenwijk in de stromende regen, serveerster in een restaurant waar de manager een botte hork was en werken in de snackbar om de hoek, waar een collega woedend werd als ik ging neuriën. Van andere baantjes genoot ik wel, zoals werken als receptioniste bij een IT-bedrijf, bijles geven in Engels en de horeca van Naturalis bemannen. Maar geen van al deze baantjes konden mij inherent erg lang boeien.
De reden is me ondertussen wel duidelijk. Want zoals voor de meeste mensen geldt, wil ik dat mijn werk waardevol voelt. De directe of indirecte beloning kan deel zijn van die waarde, zoals geld, waardering, status, het bereiken van een idealistisch doel of, in mijn geval, eten en onderdak. Maar soms blijkt geen van die beloningen genoeg om het werk de moeite waard te maken. Dan ontstaat er weerstand, misschien zelfs aversie. En ga je elke dag met tegenzin aan de slag.
Wat voelt voor mij dan wél waardevol genoeg, op een dieper niveau? Hoe vaak ik mezelf die vraag ook stel, in welke situatie of periode in mijn leven dan ook, ik kom altijd op dezelfde antwoorden uit. Namelijk dat ik wil blijven ervaren, groeien en creëren, op allerlei niveaus en dieptes. Dat is mijn levensintentie, zou je kunnen zeggen. Ik wil zoveel mogelijk uit mezelf halen, anderen inspireren en geïnspireerd worden - daarom verander ik zo vaak van richting, van plek, van werk.
Perfecte plaatje
Dus hoewel anderhalf jaar geleden een appartement in centrum Den Haag met een leuke, vaste baan en fijne collega’s eventjes perfect leek, bleek het te beperkend voor die levensintentie. En ook al is dit paradijsje in Portugal heerlijk, ik weet dat het tijd is om verder te gaan. Wat overigens ook meespeelt, is dat mijn workaway-gastheer veel aan zijn hoofd heeft en daardoor soms wat ongezellig is. Maar in essentie gaat het me om het werk.
Zou het niet makkelijker zijn om gewoon te genieten, door te zetten en niet te zeuren? Blij zijn met een vaste baan waarin je je kan ontwikkelen, kan sparen… of blij zijn met deze workaway, na een onrustige periode van reizen van plek naar plek?
Maar ik kan er niets aan doen, de wilskracht van mijn diepere zelf blijkt sterker. En hoe meer ik afgestemd raak op de energiestroom die voortkomt uit mijn levensintentie, hoe moeitelozer alles juist gaat. Er zitten geen concrete doelen in verpakt, dus mijn weg kan vrijelijk alle kanten op slingeren - en soms een duik in het diepe nemen.
Dus gaat mijn Fiat Panda vanaf komende week weer wat kilometers maken! Ik rij in een paar dagen richting Noord-Portugal, waar ik op een huis, hond en twee katten ga passen. Dan heb ik tijd om te werken aan freelance-opdrachten en creatieve ideeën. Dat zijn de dingen waardoor mijn energie gaat stromen, die mij inspireren en spontaan vorm geven aan mijn persoonlijke, ‘perfecte’ plaatje.
Ondertussen ben ik me ervan bewust dat niet iedereen zich deze vrije houding kan permitteren als het gaat om werk en geld verdienen. Maar waarom zou ik niet juist gebruik maken van deze - mentale - vrijheid, zodat ik ten volste het leven kan onderzoeken? Als mijn inzichten een enkeling inspireren, ben ik al blij.
Want we zijn allemaal uniek en hebben allemaal een eigen weg te bewandelen. Die weg vinden en erop durven te lopen, ook al heb je geen idee waar het je naartoe brengt, is een grote uitdaging. Maar ook een hele waardevolle.
Hasta la proxima vez!
Reactie plaatsen
Reacties