Na ruim twee maanden in Spanje ben ik weer onder het Nederlandse wolkendek. De plekken zijn vertrouwd, ook al kijk ik wel met een andere blik om me heen. Alsof ik in een nieuwe wereld ben, waarin ook nieuwe mogelijkheden zijn. Misschien een herkenbaar reizigersfenomeen? Toch krijg ik al snel twijfels over hoe ik mijn pad wil vervolgen, en blijkt het best een uitdaging om vast te houden aan mijn verworven ‘vrije’ mindset.
Eind juli maken Jasper en ik de cirkel van onze reis rond. Nadat we een week hebben vertoefd in ons zelfbenoemde coronahotel, bezoeken we nog één keer El Convent, de eerste workaway. Het lijkt eeuwen geleden dat we daar met onze backpacks aankwamen en er geen verwacht welkomstcomité was, maar een paar slaperige bewoners middenin hun siësta.
Ook vandaag is anders, al is het maar omdat het 40 graden is en wij bepakt en bezakt met niet-aanwezige conditie twintig minuten door een open veld moeten lopen om het dorp te bereiken. Gelukkig is El Convent geen onbekende plek meer. We kennen de mensen en weten de weg in het enorme, u-vormige gebouw en het terrein rondom.
Maar het onwelkome gevoel dat ik ruim twee maanden geleden had toen we aankwamen, blijkt nu toch wel een beetje gegrond. Er hangt een soort drukkende deken over de prachtige plek, die niet alleen te maken heeft met de hitte. Het is een sfeer van gejaagdheid en stress die misschien niet van álle bewoners komt, maar toch overheerst. Tsja, een mooie omgeving is geen garantie voor een gelukkig leven.
Toch is er genoeg gezelligheid te vinden bij de andere gasten. Er is een groep archeologen die in de buurt een oude tempel opgraaft en een dansgroep die repeteert voor optredens. Weer leer ik mensen van over de hele wereld kennen en hoor ik nieuwe verhalen, en het verveelt nooit. Op zaterdagavond is er een poppenkasttheater in het bos, waar het hele dorp op afkomt. Die avond drinken we heel onironisch een coronabiertje op het terras, en speel ik met de jonge zwarte kat die ik twee maanden geleden nog als kleine, donzige kitten in mijn hand hield.
En dan zijn we opeens weer in Girona, en gaan we uit eten op een terras waar tachtig procent van de mensen Nederlands zijn. Een geleidelijke overgang terug naar bekend terrein.
De volgende ochtend worden we vroeg opgehaald door een Catalaanse taxichauffeur die ons naar het vliegveld brengt. Hij vertelt honderduit over de Noord-Spaanse regio en haar groene natuur, en ik krijg al bijna heimwee. Niet veel later staan we in de rij voor de bagage, lopen door de douane en drinken een laatste koffie in de Spaanse zon. De koffie is overigens helemaal niet lekker, omdat mijn smaak- en reuk nog niet is hersteld. Afdwingen dan maar.
Zodra de wielen loskomen van de grond en ik besef dat deze reis nu echt ten einde is, laat ik dan toch een traantje gaan. Maar het is goed zo. De talloze herinneringen en inzichten zullen blijven, en zoals ik in mijn vorige blog al schreef, voelt het niet écht alsof mijn reis nu klaar is.
Aan de andere kant voelt het toch wel heel vertrouwd als we twee uur later het vliegveld van Rotterdam uitlopen en het Nederlandse wolkendek ons verwelkomt. Jasper en ik nemen afscheid, en ik stap bij mijn vader in de auto om terug te rijden naar mijn geboortestad. Die eerste week tik ik behoorlijk wat steden af om vrienden en familie te zien: Amersfoort, Rotterdam, Delft, Leiden, Utrecht, Amsterdam...
Heel leuk allemaal, maar al snel voel ik een after-coronadip opkomen. Mijn conditie is nog niet om naar huis te schrijven, en daarnaast heb ik de afgelopen drie maanden natuurlijk constant van plek naar plek gereisd, samengeleefd met anderen en zoveel meegemaakt dat het voelt alsof ik een jaar ben weggeweest. Gelukkig mag ik een aantal weken op huizen van verschillende vrienden passen die op vakantie zijn, dus heb ik tijd om het rustig aan te doen. Even echt stilstaan.
Maar zodra ik alleen ben met mezelf en mijn gedachten, begin ik te twijfelen en komen oude overtuigingen naar boven. Moet ik niet een vaste plek zoeken en ergens geld gaan verdienen? Iets gaan bereiken, in plaats van zonder toekomstplan te leven op basis van die o zo belangrijke ‘intuïtie’?
Door dat meeslepende gepieker word ik zelfs een dag goed ziek, met knallende hoofdpijn en koorts. Voor mij is het duidelijk: mijn lichaam wil me iets vertellen. En zodra ik ernaar luister, begrijp ik het precies: ik ben te veel in mijn hoofd. Tijd om weer te gronden en in verbinding te komen met wie ik echt ben en wil zijn. Terug naar de mindset waardoor ik de afgelopen maanden juist zo gelukkig was! Meteen voel ik me ontspannen, en nog diezelfde avond ben ik fysiek helemaal beter.
Toch ben ik er nog niet, dat voel ik. Dus ga ik in de reflectiemodus. Wat ik meestal doe als ik tot mezelf wil komen is na het avondeten mijn telefoon en andere schermen uitschakelen, zodra de schemering invalt kaarsjes aansteken en luisteren naar mijn - inderdaad o zo belangrijke - intuïtie. Soms voel ik de behoefte om te bewegen, te dansen, en dan zet ik muziek op en ga helemaal los. Alles mag, alles kan, ook geluiden. Laatst ontdekte ik dat het eigenlijk gewoon ‘ecstatic dance’ is, maar dan in je eentje.
Op andere momenten ga ik ergens zitten, bijvoorbeeld op de grond middenin de kamer, en focus me op de dingen om me heen. Zonder er iets over te denken, gewoon kijken. Naar de stof van de stoel, de plantjes in de vensterbank of de patronen in de muur. Of het geheel, alles bij elkaar. Langzaam voel ik me dan steeds meer aanwezig in de ruimte.
Vervolgens breng ik die aandacht naar mijn lichaam. Wat voel ik? Waar borrelt het? Er komt dan altijd vanzelf iets naar het oppervlak wat onbewust spanning veroorzaakte. En aangezien weggestopte emotie gewoon energie is die los wil komen (energy in motion), zorg ik ervoor dat ik de juiste manier vind om die energie te laten gaan. Bijna als een work-out.
En als het in mijn hoofd te chaotisch is en ik woorden nodig heb om een gevoel te begrijpen, schrijf ik het op. Of ik praat hardop over tegen mezelf over wat ik voel. Natuurlijk is het ook fijn om met anderen te praten over wat er dwars zit, maar ik denk dat je uiteindelijk vooral met jezelf in het reine moet komen.
Zo, en wat levert al dat zweverige gedoe op? Precies: gronding. Een heldere geest. Ik ben weer in contact met mezelf en mijn lichaam, en de energie stroomt de juiste kant op. Ook is het in mijn hoofd een stuk lichter, alsof ik definitief een oude laag van blokkerende gedachten heb weggegooid. De wereld wordt er meteen een stuk mooier van!
Sindsdien heb ik inspiratie in overvloed, en genoeg ideeën voor de komende tijd. Binnenkort gaan Jasper en ik een nieuwe workaway doen, deze keer in Groningen. Heerlijk, de natuur in! En wie weet volgen er daarna meer workaways, hier of in het buitenland. Uiteindelijk ga ik op zoek naar een eigen plek in Nederland, een vast honk, waar ik zo nodig kan wonen. Natuurlijk is daar geld voor nodig, dus werk ik weer als zelfstandig tekstschrijver en evenementenorganisator. (Even ongegeneerde zelfpromotie: zie ook mijn professionele website www.daniquevanderbijl.nl.) Gelukkig vind ik dat werk stiekem heel leuk, én creëer ik daarmee uiteindelijk ook ruimte voor mijn andere passies, zoals verhalen schrijven en portrettekenen. Win-win.
De afgelopen jaren heb ik veel persoonlijk - mentaal, emotioneel - werk verricht. Soms voelde dat bijna als een fulltime baan, een nogal vermoeiende baan. Maar wel eentje waarvan ik zeker wist dat die me iets beters dan geld zou opleveren. En inderdaad, ondertussen zie ik mijn beloning verschijnen. En het is heerlijk! Ik leef bewuster in dit moment, vanuit wie ik ben, en geniet steeds voller van het leven. Natuurlijk zijn er ups en downs, maar ik heb ondertussen het vertrouwen dat het proces me altijd op een mooiere plek brengt. Dat proces en die mooiere plek gun ik iedereen. Natuurlijk zijn we allemaal anders, en denk ik niet dat zo’n diepgravend onderzoek voor iedereen nodig is voor een leuker leven. Maar wie weet kan het leven eigenlijk nog véél leuker dan je denkt.
Hasta la proxima vez!
Reactie plaatsen
Reacties